De dood regeert in Erp: uitvaartverzorger Mariska doet wat ze kan
Door een corona-uitbraak was de dood ineens overal in het Brabantse dorp Erp. Mariska van Vliet (45) verzorgt er de uitvaarten. "Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. De telefoontjes bleven maar komen."
Niemand had dit verwacht
"De dood was ineens een soort olievlek", vertelt ze aan RTL Nieuws. Die olievlek ontstond – weten we nu, achteraf gezien – ruim vijf weken geleden tijdens carnaval. Mariska zat op dat moment op Texel met haar twee dochters en haar man. Even een paar dagen ertussen uit, het was krokusvakantie. Daar kregen ze te horen dat in Duitsland corona was geconstateerd. 'Oeh, ja, dan komt het vast ook wel naar Nederland', had ze nog tegen haar man gezegd. 'Waar zou het dan als eerste zijn?'
Dat werd Tilburg. En zo kwam het coronavirus steeds dichter naar de plek waar Mariska al jaren woont en werkt. "Ik had nooit kunnen bedenken dat dit zou gebeuren. Niemand." En nog een keer herhaalt ze: "Echt niemand."
Hoeveel doden er precies zijn in Erp, en in de gemeente Meierijstad waar Erp onder valt, is niet bekend. Maar Meierijstad ligt in het epicentrum van de uitbraak. Het is een van de hardst getroffen gemeentes in Nederland.
Roodgloeiend
Sinds vorige week staat de telefoon van Mariska roodgloeiend. Allemaal dorpsgenoten aan de lijn, of Mariska hen kon helpen met de uitvaart van hun vader. Moeder. Opa. Oma. Broer. Zus. Oom. Tante. Mensen die Mariska kent, soms best goed, soms zijdelings. Mensen die ze bij de bakker weleens zag, op het schoolplein, in de straat, op de sportvereniging, bij de kerk. Zoals dat gaat in een hecht dorp.
"Het was bizar. En nog steeds is het bizar en word ik gebeld. Normaal doe ik twee uitvaarten per week, maar de afgelopen weken wel vijf of zes. Het overgrote deel is overleden aan corona."
Er belden ook families die wisten: het staat binnenkort te gebeuren. Die wilden alvast zeker weten dat ze bij Mariska terecht konden.
Soms een 'nee'
"Ik kan niet alle families helpen, het zijn er te veel. Ik moet soms ook 'nee' zeggen. Dat doet me echt zeer."
"Het was heel hectisch. Vooral in het begin had ik de hele tijd het gevoel dat ik niet goed wist waar ik aan toe was. De maatregelen volgden elkaar zo snel op, en ze hadden telkens grote consequenties voor de families."
Een heleboel vragen
Mariska kreeg vragen. 'Wat voor locatie past bij het aantal genodigden?' 'Heeft het überhaupt wel zin om mensen uit te nodigen?'
"Dat vond ik lastig. Normaal ben ik een baken van rust en zekerheid, nu zat ik zélf in onzekerheid en was ik afhankelijk van wat het RIVM besloot." Wat mag wel en wat mag niet?
Nu is het duidelijk. Dertig mensen maximaal, 1,5 meter afstand minimaal. "Vooral geen fysiek contact is moeilijk", zegt Mariska. Ze weet nog dat ze dat voor het eerst hoorde, en dacht: begrijpelijk, maar: hóé dan? "In een supermarkt of op straat: prima. Maar tijdens een uitvaart? Dat je je geliefden ziet breken bij een graf, maar diegene niet kan vastpakken? Toekijken en niet kunnen knuffelen? Ga er maar aan staan."
Flexibel
Toch, zo ziet ze, is de mens flexibel. "Kijk, de omstandigheden zijn verdrietig. Ze doen de mensen die iemand verliezen dubbel zo veel pijn. Maar mensen weten nu waar ze aan toe zijn en berusten zich erin. Doordat Erp zo hard getroffen is, weten we waar we met z'n allen mee te maken hebben." Neemt niet weg dat families voor lastige keuzes komen te staan: wie wel uitnodigen en wie niet? "Er was laatst een familie die dertig man had uitgenodigd, maar uiteindelijk waren er maar vijftien gekomen. Mensen bleven toch weg uit angst voor besmetting. Met je verstand begrijp je dat, maar in je hart voel je het natuurlijk anders."
'Hij verdient zo veel meer'
Ze zeggen soms ook tegen Mariska: 'Hij verdient zo veel meer'. "Dan zeg ik dat ik dat snap. Want echt: ik snap het zo goed. Maar ik zeg dan ook dat we er evenveel liefde in stoppen. Ik doe geen concessies aan de inhoud van de dienst, of er nu 300 man zitten of 30. De overledene verdient diezelfde onverdeelde, liefdevolle aandacht, corona of niet. Dát is mijn werk. En daar houd ik me aan vast, aan die leidraad."
Staan we daar straks, met 15 man
Zo had ze vorige week een oudere man die was overleden. Een koeienboer, die van de natuur hield. Hij zou eigenlijk een groots afscheid krijgen in de kerk, meer dan honderd genodigden, maar dat kon niet door de aangescherpte regels. "Die familie voelde aan alles: staan we daar straks, in een lege kerk, voor het afscheid van 'ons pap', met slechts vijftien man."
Gek gezicht
"De familie vertelde verhalen – zelfs de weduwe die achterbleef lukte het om te spreken. Achteraf zeiden ze dat ze meer durfden te vertellen omdat er zo weinig mensen waren. En dat ze dit in andere tijden nooit zo hadden gedaan." Mariska zegt het wel een paar keer: deze zware tijden maken ook iets moois in mensen los. Ook zonder knuffels – hoewel dat nog steeds een gek gezicht blijft, condoleren zonder hand of omhelzing.
Dorpsgenoten vechten voor hun leven
Wat het met háár doet, als mens, daar kan Mariska nog geen antwoord op geven. "Ik word erdoor geraakt, want je weet ook dat er nog steeds veel mensen om je heen ziek zijn. Dorpsgenoten van wie je weet: die vechten voor hun leven."
"Maar ik heb aan de andere kant niet heel uitgebreid de tijd gehad om te denken: in wat voor een wereld leven we nu. Ik ben aan het rennen, en ondertussen probeer ik zo goed mogelijk voor mezelf te zorgen. Op tijd even aandacht voor mijn kinderen, mijn man, op tijd naar buiten, wandelen, en ook: afstand houden." Ze heeft een collega ingeschakeld die haar helpt en een gespecialiseerd bedrijf dat overledenen verzorgt. "Dat moet altijd natuurlijk al met grote zorg gebeuren, maar nu extra." Mensen zijn enkele uren tot een dag na hun overlijden nog besmettelijk.
Jeetje, nu moet ik gaan skypen
Het zijn lastige dingen om het met mensen over te hebben. Vooral nu contact met de families uitsluitend achter de laptop plaatsvindt. Bij mensen die iemand zijn verloren aan corona, is het besmettingsgevaar groot. Sommigen zijn zelfs zelf ook ziek.
"Ik dacht eerst: jeetje, dan moet ik gaan skypen met mensen die net iemand zijn verloren, en soms zelf ook nog eens aan corona."
Ze geeft toe: ze was bang dat ze geen contact kon maken met de mensen. "Je kan niet bij iemand aan tafel gaan zitten, hand op de schouder, iemand even aankijken."
Tranen via de webcam
Maar toch lukt het haar – en de mensen aan de andere kant van de webcam – om een warm gesprek te krijgen. "Er vallen ook gewoon via Skype tranen. En mensen zijn naderhand dankbaar. Dat zegt voor mij genoeg."
Daadkracht
"De mensen hier voelen zich zó onmachtig." Maar die onmacht, zo zag Mariska, is wel overgegaan in daadkracht.
Zodra een overledene in een rouwauto naar de laatste rustplaats wordt gebracht, schuifelen een stuk of tien, twintig Erpenaren naar buiten. Ze gaan in stilte langs de kant van de weg staan, keurig op afstand van de ander – dat zit er bij iedereen al helemaal ingeprent – en nemen zo afscheid van de dorpsgenoten die hen ontvallen zijn. Met een afstand, maar niet afstandelijk.
"Zo doet Erp dat", besluit Mariska zacht. "Ja. Zo doen we dat."
Reactie plaatsen
Reacties